Je vraagt naar de Leeuw van Juda en het Lam van God. Die namen vind je in de Bijbel, bijvoorbeeld in Openbaring 5:5. Daar staat: "Ween niet! Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is heeft overwonnen." Een leeuw is een koninklijke verschijning. De Leeuw, hier in Openb. 5, is Jezus Christus. Hij heeft de strijd alleen gestreden. Hij moest de duivel overwinnen; dat heeft Hij gedaan. Satans kop is vermorzeld/verbrijzeld; zijn macht is gebroken. Christus moest de dood en de hel overwinnen; dat heeft Hij gedaan. Hij heeft de dood verslonden tot overwinning. Iets wat verslonden is, dat is totaal overwonnen. Christus moest alle schuld betalen; dat heeft Hij gedaan - volkomen. "De schuld Uws volks hebt G’ uit Uw boek gedaan." Christus is de grote Overwinnaar. Hij is inderdaad de Leeuw uit Juda’s stam. En het Lam Gods.

In het Oude Testament zijn vele lammeren geofferd. Zij wijzen heen naar het Lam van God; dat is de Heere Jezus Christus. Hij is het Lam. Voor onze zonde kon niet anders betaald worden dan door de dood van het Lam van God, op Golgotha. Johannes predikt: "Zie het Lam Gods Dat de zonde der wereld weg neemt." De Heere Jezus Christus heeft -aan het kruis- met de zonde afgerekend. Hij heeft de grote schuld betaald. Hij heeft de vloek gedragen; de toorn van God gestild.

Als wij op onszelf zien, dan moeten we onszelf veroordelen. Als we op onszelf zien, dan kan het nooit. Maar: Zie het Lam Gods Dat de zonde der wereld weg neemt! Zo kan het; zo alleen. Zijn kruisoffer is algenoegzaam. Dan kan de grootste der zondaren zalig worden.