Alle Bijbelverzen over vergeving
1 Johannes 1:9
Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van al het onrecht dat wij bedrijven.
Efeziërs 1:7-8a
In Hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade die God ons in overvloed heeft geschonken.
Jesaja 1:18
De HEER zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat. Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol.
Jesaja 55:7
Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien. Laat hij terugkeren naar de HEER, die zich over hem zal ontfermen; laat hij terugkeren naar onze God, die hem ruimhartig zal vergeven.
Handelingen 2:38
Petrus antwoordde: 'Kom tot inkeer en laat u allen dopen in de naam van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden.'
Handelingen 3:19
Kom tot inkeer, keer terug naar God om vergeving te krijgen voor uw zonden.
Kolossenzen 1:13-14
Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden.
Matteüs 26:28
[Jezus gaf hun de beker met de woorden:] 'Dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.'
Psalm 103:10-14
Hij straft ons niet naar onze zonden, Hij vergeldt ons niet naar onze schuld. Zoals de hoge hemel de aarde overspant, zo welft zich zijn trouw over wie Hem vrezen. Zo ver als het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze zonden van ons verwijderd. Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt zich de HEER over wie Hem vrezen. Want Hij weet waarvan wij gemaakt zijn. Hij vergeet niet dat wij uit stof zijn gevormd.
Hebreeën 10:17
[De Heer spreekt:] 'Aan hun zonden en hun wetteloosheid zal Ik niet meer denken.'
Psalm 86:5
U, Heer, bent goed en tot vergeving bereid, uw trouw is groot voor ieder die U aanroept.
Psalm 32:5
Toen beleed ik U mijn zonde, ik dekte mijn schuld niet toe, ik zei: 'Ik beken de HEER mijn ontrouw' – en U vergaf mij mijn zonde, mijn schuld. Sela
2 Kronieken 7:14
[De Heer zei tegen Salomo:] 'Wanneer dan mijn volk, het volk dat Mij toebehoort, het hoofd buigt, al biddend mijn aanwezigheid zoekt en breekt met zijn kwalijke praktijken, dan zal Ik luisteren vanuit de hemel, zijn zonden vergeven en het land genezen.'
Handelingen 10:43
[Petrus zei:] 'Van Hem getuigen alle profeten dat iedereen die in Hem gelooft door zijn naam vergeving van zonden krijgt.'
Hebreeën 8:12
[De Heer spreekt:] 'Ik zal hun wandaden vergeven en aan hun zonden zal Ik niet meer denken.'
Micha 7:18-19
Wie is een God als U, die schuld vergeeft en aan zonde voorbijgaat? U blijft niet woedend op wie er van uw volk nog over zijn; liever toont U hun uw trouw. Opnieuw zult U zich over ons ontfermen en al onze zonden tenietdoen. Onze zonden werpt U in de diepten van de zee.
Jesaja 43:25
[Dit zegt de HEER:] 'Ik, Ik ben het die omwille van zichzelf je misdaden tenietdoet en aan je zonden niet meer denkt.'
Spreuken 28:13
Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen; wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving.
Efeziërs 2:8-9
Door die genade bent u nu immers gered, doordat u gelooft. Deze redding dankt u niet aan uzelf; ze is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden. Niemand kan zich er dus op laten voorstaan.
Psalm 130:4
Maar bij U is vergeving, daarom eert men U met ontzag.
1 Johannes 2:1
Kinderen, ik schrijf u dit opdat u niet zondigt. Maar mocht een van u zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige.
Romeinen 8:1
Dus wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld.
Jeremia 31:34
Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: 'Leer de HEER kennen, want iedereen, van groot tot klein, kent Mij dan al – spreekt de HEER. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.'
Jesaja 53:5
Om onze zonden werd Hij doorboord, om onze wandaden gebroken. De straf die Hij onderging bracht ons vrede, Zijn striemen gaven ons genezing.
Sefanja 3:15,17
De HEER heeft het vonnis over jou tenietgedaan (...) De HEER, je God, zal in je midden zijn. Hij is de held die je bevrijdt. Hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou, in Zijn liefde zal Hij zwijgen, in Zijn vreugde zal Hij over je jubelen.